maandag 10 juni 2013

The end


Groepsfoto


Examenmoment

De beurs verliep vlot! We kregen heel wat positieve reacties en heel wat mensen waren nieuwsgierig naar de werking en de onderdelen van het kookhulpje. 

Dat de kookhulp bruikbaar is op zo goed als alle soorten fornuizen (keramisch, inductie en mits aanpassingen, gas) maakte hem populair. Ook het gebruik naast het fornuis wist heel wat mensen te overhalen, enthousiast te zijn. De kookhulp kan immers ook gebruikt worden als steun van de pot wanneer deze op tafel staat (tijdens het opscheppen van eten). Mensen die niet zo bezig zijn met koken, zagen er echter ook toepassingen voor. Verfpotten, flessen, etc. fixeren.

Heel wat toeschouwers waren fan van de hittebestendige mortel. Het (recente) idee van beton en dergelijke materialen te gebruiken in de keuken, spreekt wel degelijk aan. Het feit dat de beton te personaliseren valt (een kleurtje geven), terwijl de structuur behouden blijft, was voor velen een aanlokkelijk idee. 
Tegenover het houten handvatje stonden 3/10 mensen niet zo positief. De opmerkingen waren:
'Hout en vocht gaan toch niet samen?'
'Kruipt het vet daar niet in?'
'Is dat wel volledig brandbestendig?'
...
Wij hadden voor een houten handvat gekozen, om te contrasteren met het koude, koele beton. Een product moet nog altijd aantrekkelijk blijven en aangenaam zijn om mee te werken. Het houten handvatje gaf in onze ogen het product meer 'persoonlijkheid'. Bovendien is het perfect mogelijk het handvatje achteraf te gaan bekleden met een (warmtebestendige) vernis laag. Globaal gezien, werden hier eigenlijk weinig opmerkingen over gemaakt.

Velen stonden versteld van de veelzijdige werking van de geckotape. Deze is immers hitte-, vlam- en waterbestendig. Bovendien ook beschikbaar in verschillende kleuren.

Het gebruiks- en onderhoudsgemak van de add-on sprak veel nieuwsgierigen aan.

Ook het feit dat de add-on gemakkelijk te maken en assembleren is, was voor velen een pluspunt. Wanneer we lieten zien welke stappen en materialen nodig zijn, zagen velen het zitten zelf aan de slag te gaan. Hier en daar vingen we zelfs het woord 'workshop' of 'werknamiddag' op, wat er op wijst dat het een tof en bruikbaar product is om eens te maken in groep.

Kortom, de beurs was voor ons een positieve ervaring. 
Jammer genoeg kon Alain er niet bij zijn. Een deel van de eer die we opgestreken hebben, gaat uiteraard naar hem! Zonder hem, hadden we misschien niet tot deze kookhulp gekomen.

donderdag 6 juni 2013

Canadian Performance Process Framework (CPPF)

Om een duidelijk beeld van Alain, onze cliënt, te kunnen schetsen zal hij besproken worden bij een procesmodel. Het Canadian Performance Process Framework (CPPF) ondersteunt ergotherapeuten in het samenwerken met de cliënt en plaatst de uitvoering en betrokkenheid van het handelen van de cliënt in de kern van de interventie. Het CPPF is een framework dat cliëntgecentreerde, evidence- based en occupation- based ergotherapie ondersteunt. Het CPPF is gericht op het mogelijk maken van veranderingen in de uitvoering en betrokkenheid van het handelen (occupational performance and engagement) van de individuele cliënt en zijn systeem, de organisatie of populatie. (Le Granse, 2012)[1]
Het CPPF beschrijft het ergotherapieproces in vier afzonderlijke elementen. Drie van deze elementen zijn context gebonden: de maatschappelijke context (buitenste vierkante kader), de praktijkcontext (binnenste vierkante kader) en de referentiekaders (grote cirkel). Het vierde element is proces georiënteerd en bestaat uit acht actiepunten (acht kleine cirkels) die de leidraad vormen van het ergotherapieproces. (Le Granse, 2012)

1.        Contextgebonden elementen


1.1.        Maatschappelijke context


Omgevingsfactoren

a)      Culturele omgevingselementen

·         Oost-Vlaamse cultuur;
·         Hij woont in Gent.

b)      Institutionele omgevingselementen

·         Hij heeft een jaar intensieve ergotherapie gevolgd in het revalidatiecentrum UZ Gent.

c)       Sociale omgevingselementen

·         Hij heeft een vriendin;
·         Hij heeft twee kinderen die momenteel studeren.

d)      Fysieke omgevingselementen

·         Ervaart verschillende beperkingen door:
o   Linker hemiplegie ten gevolge van een CVA.
·         Hij heeft een traplift geïnstalleerd.

Persoonlijke factoren

a)      Persoonlijke kenmerken en temporele aspecten

·         Geslacht
o   Mannelijk.
·         Leeftijd
o   48 jaar

·         Gezondheid
o   Op twaalf maart 2012 had Alain een acute hersenbloeding.
o   Hij heeft een linker hemiplegie ten gevolge van een CVA.
§  Hij gaf volgende redenen aan:
·         Overgewicht (125kg);
·         Een hoge werkdruk (14u/dag);
·         Hij rookte 20 sigaretten per dag;
·         Hij had een hoge bloeddruk.
·         Conditie
o   Hij had overgewicht, maar hij is momenteel 45kg afgevallen.
·         Emotionele staat van gezondheid
o   Hij heeft ziekte-inzicht;
o   Hij heeft vroeger veel stress gekend, want er was een hoge werkdruk.


b)      Kennis, vaardigheden en mogelijkheden

·         Beroepskennis en –vaardigheden
o   Hij was een zelfstandige fotograaf, maar kan dit niet meer uitvoeren;
o   Hij kan zijn vriendin nog helpen bij Photoshop;
o   Hij wil graag terug gaan werken op een plaats waar er een mogelijkheid is om te werken met zijn beperking;
o   Desnoods wil hij vrijwilligerswerk uitvoeren.

·         Handelingservaringen
o   Tijdens het eerste bezoek met de cliënt werd duidelijk dat hij graag onafhankelijk is van anderen;
o   Hij gaf hierbij het voorbeeld dat hij sinds dat weekend zelfstandig zijn pillen kan voorbereiden en innemen. Hij neemt namelijk 13 pillen per dag.
·         Taal
o   Hij spreekt Nederlands.
·         Gewoonten
o   Hij rookte vroeger 20 sigaretten per dag, maar sinds zijn CVA is hij gestopt met roken.

c)       Perspectieven- verleden, heden en toekomst

·         Waarden, normen en religie
o   Niet van toepassing.
·         Opvattingen over geslacht, ras en etniciteit
o   Niet van toepassing.
·         Persoonlijke, culturele en ‘occupational’ identiteit
o   Niet van toepassing.
·         Inzicht ten aanzien van toekomstige mogelijkheden
o   Hij wil graag zelfstandig kunnen koken;
o   Hij wil het huishouden zelfstandig kunnen uitvoeren;
o   Hij wil zelfstandig gaan werken, desnoods vrijwilligerswerk.
·         Motivatie, vertrouwen, idealen en ambities
o   Hij is zeer gemotiveerd;
o   Hij is zeer enthousiast over de verschillende prototypes.

1.2.       Praktijkcontext


Alain heeft een jaar intensieve ergotherapie gevolgd aan het UZ in Gent (centrum voor locomotorische en neurologische revalidatie). Hij kent de expertise van ergotherapie goed. Acht maart 2013 had hij zijn laatste therapie.


Vier omgevingselementen van het CMOP-E:

a)      Culturele omgeving

·         Normen en waarden van de professionals (revaliatidatiearts, ergotherapeut, kinesitherapeut, …)

b)      Institutionele omgeving

·         De dagelijkse werking van het centrum voor locomotorische en neurologische revalidatie is opgebouwd in drie groepen patiënten, die worden ‘’clusters’’ genoemd.
o   Een cluster voor patiënten met een dwarslaesie;
o   Een cluster voor patiënten met een niet aangeboren hersenletsel (NAH), waaronder ook patiënten met een CVA;
o   Een cluster voor polytrauma.
·         Elke cluster beschikt over een volledig uitgebouwd multidisciplinair team en wordt geleid door een revalidatiearts die gespecialiseerd is in de specifieke problematiek van de cluster.

c)       Sociale omgeving

·         Familie wordt nauw betrokken binnen het revalidatieproces;
o   Vb. tijdens overlegd met het volledige team, tijdens afspraken met individuele therapeuten, …
·         Er worden informatievergaderingen en discussiegroepen georganiseerd voor familieleden. Hierin worden de problemen besproken waarmee de patiënten en hun familieleden geconfronteerd worden tijdens en na de revalidatie;
·         Het geven van informatie of advies is een belangrijk onderdeel van het centrum.
o   Voorbeelden advies:
§  Rolstoel;
§  Hulpmiddelen;
§  Woningaanpassingen;
§  Werkaanpassingen;
§  Hulp van anderen;
§  Studie- opleiding en beroepsoriëntering;
§ 

d)      Fysieke omgeving

·         Centrum heeft 62 bedden voor volwassen patiënten en deze zijn verdeeld in 2 units;
o   31 bedden voor patiënten met een dwarslaesie;
o   31 bedden voor patiënten met een niet aangeboren hersenletsel.
·         Patiënten kunnen ook ambulant behandeld worden.

1.3.        Referentiekaders


·         Beeld schetsen van Alain: gebruik van CPPF (Canadian Performance Process Framework)
·         Omgevingselementen: gebruik van CMOP-E (Canadian Model of Occupational Performance and Engagement)
·         Start cliënt- ergotherapierelatie: afname van COPM (Canadian Occupatonial Performance Measure).
·         Einde cliënt-ergotherapierelatie: herhalingsonderzoek COPM.

2.       Actiepunt 1

Enter/ initiatie: aangaan en starten van de relatie


Aangaan en starten van de relatie tussen cliënt en ergotherapeut, het beginpunt van de samenwerking in de praktijkcontext

Op 27 februari hadden de studenten industrieel ontwerp een eerste ontmoeting met onze cliënt. Hierin werden enkele quick en dirty prototypes getoond aan Alain. Er werd ook gepolst naar wat de cliënt het meest interessant vond.
Op vijf maart 2013 werd er een eerste bezoek gepland met Alain en de studenten ergotherapie. Hierin werd vooral zijn levensverhaal besproken en de eerste afname van het COPM.

3.        Actiepunt 2

Set the stage

Benoemen, valideren en prioriteren van de problemen en het handelen zoals de cliënt deze ervaart.

3.1.          Eerste afname COPM


3.1.1.       Voornaamste problemen

·      Productiviteit: hij kan zijn vroegere baan niet meer opnemen;
·         Huishoudelijk: (zware taken en koken: de kookpot schuift telkens weg).

3.1.2.        Prioriteren

·         Uitvoering productiviteit: 7
·         Tevredenheid productiviteit: 5
·         Uitvoering huishoudelijke taken: 5 
·         Tevredenheid huishoudelijke taken: 5 

à Totaal score productiviteit:
à  Totaal score huishoudelijke taken: 5


3.2.         Narratief interview

Alain is momenteel bezig met de theoretische testen voor CARA. Dit is een instelling die de mogelijkheid biedt om het rijbewijs opnieuw af te leggen met de beperking. Hij verwacht ook binnenkort een ligfiets.
Hij heeft er moeite mee dat hij zijn hobby/werk niet meer zal kunnen uitvoeren. Hij was zelfstandig fotograaf, net als zijn vriendin. Hij kan wel nog werken met Photoshop.

Alain is niet graag afhankelijk van een derde en daarom is hij heel tevreden dat hij sinds dit weekend zijn pillen zelf kan voorbereiden en innemen. Hij neemt 13 pillen per dag.

Reden CVA: Alain had een acute hersenbloeding op 12 maart 2012. Hiervoor geeft hij zelf enkele redenen aan:
·         Overgewicht (125kg);
·         Werkdruk (14u/dag werken);
·         Roker (20 sigaretten per dag);
·         Hoge bloeddruk.

Momenteel is hij 45 kg afgevallen en rookt niet meer. Hij zegt zelf dat hij zich veel gezonder voelt.

Algemene problemen die hij nog ervaart:
·         Moeite met evenwicht bij het dragen van zware dingen;
·         Koken alleen lukt niet;
·         Knopen van een jas dichtdoen lukt niet;
·         Hij kan zijn linker oksel niet wassen.

Alain vertelt nog dat hij op zijn vorig werk, naast de fotografie, niet meer zal kunnen werken, maar dat hij zeker nog opnieuw wil gaan werken. Dit op een plaats waar er mogelijkheid is om te werken met zijn beperking of desnoods vrijwilligerswerk. Hij wil later nog iets om handen hebben.


4.       Actiepunt 3

Assess/ evaluate: in kaart brengen van de persoon- handelen- omgevingsintereactie


Vaststellen van componenten van het handelen en de condities van de omgeving.
Sterke kanten en hulpbronnen van de cliënt en therapeut:

4.1.          Sterke kanten cliënt


·         Heel sociaal;
·         Werkwillig;
·         Hij heeft besef van mogelijkheden en beperkingen;
·         Realistisch.

4.2.         Hulpbronnen


·         Vriendin;
·         Kinderen;
·         Team van UZ Gent.
·         Hulpmiddelen
o   Antislip mat;
o   Houders voor botervlootjes;
o   Kantelmes met T handvat;
o   Traplift;
o  

4.3.         Sterktes van de ergotherapeut


·         Empathisch;
·         Luisterend oor;
·         Vriendelijk;
·         Voorkennis.

5.       Actiepunt 4

Agree on objectives and plan

Onderhandelen over uitkomsten en maken van het plan van aanpak.

5.1.          Persoon

De cliënt kan door middel van het kookhulpmiddel zelfstandig in de potten roeren (koken).

5.2.          Omgeving

Het kookhulpmiddel wordt aangepast aan de omgeving van de cliënt, zodat het optimaal kan werken.

5.3.         Handelen

De cliënt kan door het kookhulpmiddel de huishoudelijke taken terug opnemen, om zo de werkdruk op zijn vriendin te verlichten.

6.        Actiepunt 5

Implement plan

Uitvoeren van het plan van aanpak door handelen.

De uitvoering van plan van aanpak begon na het eerste bezoek aan Alain. Door het laten testen van de prototypes en zijn persoonlijke mening, kon de studenten industrieel ontwerp het hulpmiddel aanpassen aan de noden en wensen van de cliënt.
Fearing & Clark (2000) onderscheiden vijf typen van interventies: ontwikkelen en herstellen, wijzigen, aanpassen, voorkomen en creëren.

6.1.          Ontwikkelen/ herstellen

Alain kan adequaat gebruik maken van het kookhulpmiddel, zonder hulp in te roepen van iemand anders.

6.2.          Wijzigen

Alain test de verschillende prototypes en heeft zijn persoonlijke mening hierover. Zo kunnen de studenten industrieel ontwerp het hulpmiddel aanpassen om zo tot een optimaal product te komen.

6.3.       Aanpassen

Het hulpmiddel wordt na ieder bezoek/testmoment aangepast om tot een optimaal product te komen.

6.4.       Voorkomen

Alain wordt aangeleerd hoe hij het kookhulpmiddel moet gebruiken/correct hanteren, zodat hij een optimaal effect verkrijgt.

6.5.          Creëren

Door het gebruik van het kookhulpmiddel kan Alain zelfstandig in de potten roeren, met andere woorden een huishoudelijke taak uitvoeren. Hierdoor creëert hij nieuwe uitdagingen en doelen die kunnen bijdragen aan de kwaliteit van leven.

7.       Actiepunt 6

Monitor and modify: in de gaten houden en zo nodig bijstellen

Uitvoeren van het plan van aanpak door handelen (therapieplan/interventie)

Tijdens de verschillende bezoeken werd er verder gewerkt aan het kookhulpmiddel, zodat deze optimaal is voor Alain. Hieronder (zie 3. Het ontwerpproces en 3.5.1. Eindmodel) worden de verschillende prototypes verder besproken.

8.      Actiepunt 7

Evaluate outcome

Evalueren van de uitkomsten

Op vier juni 2013 werd het herhalingsonderzoek van het COPM terug afgenomen.

8.1.       Voornaamste problemen


·         Productiviteit: hij kan zijn vroegere baan niet meer opnemen, maar dit stoort hem al minder dan enkele maanden geleden.
·         Huishoudelijk: koken: Dankzij de kookhulp kan hij zijn hobby terug opnemen.
·         Jas aandoen: dit benoemt hij nu als het grootste probleem van het moment.

8.2.          Prioriteren

·         Uitvoering productiviteit: 7
·         Tevredenheid productiviteit: 5
·         Uitvoering huishoudelijke taken (koken): 10
·         Tevredenheid huishoudelijke taken (koken): 10
·         Uitvoering persoonlijke verzorging (jas aan – en uitdoen): 2-3
·         Tevredenheid persoonlijke verzorging (jas aan – en uitdoen): 2-3

à Totaal score productiviteit: 6
à Totaal score huishoudelijke take: 10
à Totaal score persoonlijke verzorging: 2,5

9.      Actiepunt 8

Conclude en exit

Alain scoorde tijdens de eerste afname van het COPM 5 op uitvoering en 5 naar tevredenheid op gebied van koken. Dankzij de kookhulp is dit positief geëvolueerd naar tweemaal 10.

Hij zegt dat hij zijn hobby opnieuw kan opnemen nu en dat hij hierdoor zijn vriendin van deze taak kan verlichten en zelf wat meer doen thuis. Hij voelt zich veel beter hierdoor. De hulpstukken vindt hij gemakkelijk in gebruik en in onderhoud.

Momenteel is het voor Alain een prioritair probleem om zijn jas zelfstandig aan- en uit te doen en dicht te ritsen. Nu moet hij telkens als hij een jas koopt de voering laten veranderen, omdat de ene stof gemakkelijker glijdt dan de ander. Toch moet hij nog altijd hulp van zijn vriendin vragen en hij wil dit niet meer. Dit kan een project zijn om in de toekomst verder uit te werken.



[1] Le Granse, M. (2012). Grondslagen van de ergotherapie. Nederland: Reed Business.